Rustig een boek lezen, muziek beluisteren of slapen in alle rust. Niemand wenst een ventilatiesysteem dat zoemt of vervelende achtergrondgeluiden voortbrengt. Daarom is het belangrijk om aandacht te hebben voor geluiddemping wanneer je zelf je ventilatiesysteem installeert. Hierbij 6 adviezen die je geluidoverlast helpen vermijden.

Kies de juiste plek voor je ventilatietoestel

Zet je toestel in een aparte ruimte. Idealiter op zolder of in een technische ruimte. Liefst zo ver mogelijk van leefruimtes.

Hang je het toestel aan een muur? Gebruik dan een stevige, vaste wand. Geen gipswand dus. Die trilt en maakt lawaai. Leg een rubber tussen toestel en muur om trillingen te dempen.

Zet je het toestel op de grond (bv. op zolder)? Gebruik dan rubberen voeten of een dempende mat eronder.

Kies de juiste diameter voor buizen en onderdelen

Hoe beter je buizen zijn afgestemd op je toestel, hoe stiller alles werkt. Te kleine buizen betekenen meer weerstand, hogere luchtsnelheden en dus meer lawaai. Ook ventielen, dakdoorvoeren en het toestel zelf moeten goed geselecteerd worden. Laat je bijstaan door deskundigen.

Tip: soms is het slimmer een iets groter toestel aan te schaffen. De ventilatoren in je toestel werken met lagere toerentallen en maken minder geluid.

Kies kwaliteitsbuizen

Gebruik waar mogelijk ronde galva buizen. Die zijn glad vanbinnen en alle hulpstukken hebben een dubbel rubberen lippendichting voor luchtdichte verbindingen.

Vermijd te veel bochten. Die verhogen terug het drukverlies.

Werk je met instortkanalen? Ga dan zeker voor een voldoende grote diameter voor een laag drukverlies en lage luchtsnelheid. Gebruik ook luchtdichte verdeel- en ventielplenums.

Gebruik geluiddempers

Zelfs met een goede gedimensioneerde installatie hoor je altijd wat geluid.

Plaats daarom geluiddempers op het aanvoer- en afvoerkanaal. Een geluiddemper dempt ongewenste geluiden die ontstaan door luchtstromen en ventilatoren. Geluiddempers bestaan in allerlei formaten en uitvoeringen. Check goed het type en de demping op de verschillende frequenties.

Frequentie

Niet elk type geluiddemper dempt op alle frequenties even goed om een geluidsarm ventilatiesysteem te garanderen. Bekijk goed de specificaties. De meeste types dempen goed op de middenfrequenties, maar niet altijd op de lagere. 

Type geluiddempers

Er zijn verschillende soorten geluiddempers die verschillen in vorm, lengte, inwendige uitvoering en gebruikte akoestische isolatiematerialen alsook de dikte van het isolatiemateriaal. 

Standaard ronde geluiddempers met dikte van 50mm zijn de meest geplaatste geluiddempers, maar dempen soms te weinig op de lage frequenties zodat het motorlawaai nog waarneembaar blijft. 

Rechthoekige geluiddempers met betere akoestische isolatie dempen beter op lagere tonen en zijn compacter. Deze kunnen inwendig ook nog voorzien zijn van een akoestische kamer om geen buitengeluiden naar binnen te brengen. 

Er bestaan ook extra platte rechthoekige geluiddempers die geschikt zijn voor inbouw in valse plafonds. Laat je zeker bijstaan door een ventilatiespecialist met kennis van akoestiek bij de selectie van de geluiddempers. 

Regel je systeem juist af

Een ventilatiesysteem moet correct worden afgesteld. Te veel lucht in de ene kamer, te weinig in de andere? Dan is het fout afgesteld. Ook de ventielen moeten ingesteld worden volgens de EPB-normen en de voorgeschreven debieten. Laat je systeem na je zelfbouw controleren en afstellen door een erkende ventilatietechnieker.

Vergeet je onderhoud niet

Vervang de filters van je toestel minstens 1 à 2 keer per jaar na de installatie. Zo voorkom je stofophoping. Want je systeem werkt dag en nacht en je kanalen en ventilatoren worden vuil vanbinnen. Dat geeft meer weerstand en dus meer geluid.

Plan een grondig onderhoud om de 2 jaar. Of laat het doen door een professionele dienst.